ignotum pro magnifico

"het onbekende geldt als prachtig"

donderdag 7 oktober 2010

Það er svo gott að vera hér (het is zo goed/leuk om hier te zijn)

Sæl og blessuð! (Hey!)

Het is alweer een tijdje geleden, ondertussen ben ik hier al 6 weken. Ik hoop dat iedereen mijn blog (nog) volgt en/of interessant vindt want om eerlijk te zijn krijg ik niet veel respons hierop. In ieder geval schrijf ik met veel plezier mijn vierde blogbericht. Het is moeilijk om alles in detail te omschrijven wat ik gedaan heb, omdat er een paar weken zijn overgegaan. Ik ga mijn best doen, maar het zal in ieder geval niet chronologisch of samenhangend zijn, sorry daarvoor maar ik doe mijn best.

Alles gaat hier nu zo zijn gangetje, al bijna een routine: opstaan, school, pauzes, avondeten en iets leuks tussenin doen. Aangezien ik nog niet écht uitgebreid mijn schoolsysteem en vakken heb uitgelegd zal ik dat nu eens doen. Hier in IJsland zit het zo. Ze beginnen met een grunnskóli dit is van 6 tot 16 jaar. Deze scholen heb je in alle steden en dorpen in IJsland. Dus bijvoorbeeld zelfs in een stadje van maar 200 inwoners waar je dan maar met 50 leerlingen in een school zit, verdeeld over de leeftijd van 6 tot 16 jaar. Natuurlijk heb je bijvoorbeeld ook heel veel grunnskóli´s in Reykjavik. Eens de kinderen ouder dan 16 jaar zijn, moeten ze naar de hogere school, ons ´middelbaar´ (maar dan vanaf 16 jaar). Hier heb je twee keuzes in OF je gaat naar een Menntaskólinn d.i. een gymnasium, hier heb je gewoon één vaste klas (zoals wij gewoon zijn) OF je gaat naar een privaat school, deze staan bekend als de´snob´scholen, de bekendste is ´Verzló´in Reykjavík, de rijkere snobkinderen gaan hier naar toe. (BV. kinderen van de president). OF je gaat naar een Fjölbrautskolinn, waar ik in zit. Hier heb je voor elk vak een verschillende klas en kan je heel uitgebreid kiezen. Van zwemmen, sporten tot kleren maken, toneel, photoshop of verzorgingstechnieken. Maar natuurlijk kan je hier ook de normale basis zoals wiskunde, Engels, biologie enzo volgen. Ze werken met een punten systeem. Elke leerling moet een bepaald aantal punten behalen wanneer hij is afgestudeerd. Hij beslist zelf hoe snel/traag hij dat doet. Snelle en heel ijverige leerlingen kunnen dit in 3,5 jaar. Anderen doen dit in 5 jaar. Als alles normaal verloopt ben je als je 20 bent afgestudeerd. Dit verklaart dus dat er veel oudere leerlingen in de school zijn én dat verklaart ook dat sommige leerlingen maar een half trimester naar school komen omdat daarna hun punten helemaal gebruikt zijn. Elk vak heeft dus ook een bepaald aantal punten zo heb je Engels 103, 202, 303, 402, 501. Dit is dus de moeilijkheidsgraad van Engels. Ik zit in Engels 402 (de 01-02-03 op het einde zijn gewoon de klassen, want stel je hebt wiskunde én Engels op hetzelfde moment, dan kan je naar een zelfde klas Engels gaan maar op een ander tijdstip). Dus je kan bijvoorbeeld voor Engels in 403 zitten maar voor Wiskunde in 202. (Dus totaal verschillende niveaus). Dan, iédereen kan hier op school zitten. In mijn toneelklas zit er bijvoorbeeld een vrouw van 40. (Wel een buitenlandse, maar dan nog). Ook heeft mijn school avondlessen voor mensen die overdag werken. Om een lang en misschien ingewikkeld verhaal kort te maken: ze hebben hier een grote zelfstandigheid en beslissen zelf wanneer ze hun middelbare studies beëindigen.

Het is een heel actieve school. Hier heb je een soort animatieteam van de school om het zo te noemen. Ze organiseren fastfoodavonden, beercups, paintball, ´s avonds in een cafeetje bijeenkomen enzovoort. Ze hebben ook een eigen schoolserie. Waar een vriend van mij, Ásgeir ook aan meedoet. Zie hier.

Hnísan (1 þáttur/Sería 2) from Hnísan on Vimeo.



De lesuren duren 1 uur en 5 minuten. Maar heel veel leerkrachten stoppen eerder. Of ze stoppen na een halfuur of na 40 minuten. Sommige maken hun uur ook af. Maar het is niet zoals in België blijven zitten en als we eerder gedaan hebben het uur een beetje volpraten. Dan mogen we gewoon de les verlaten. Ook na een toets, als je klaar bent mag je doorgaan. In het begin van de les worden de namen afgeroepen. Ze zeggen je naam en je zegt gewoon 'já' (zeg: jauw). Dan ben je 'aanwezig' voor de les. Als je te laat bent wordt dat ook aangeduid. Sommige leerlingen komen naar de les, hun naam wordt afgeroepen, zeggen já en verlaten de les. Gemakkelijk, toch? Gedurende de les zelf is het heel 'relaxed', leerlingen halen hun laptops boven (zitten overduidelijk op Facebook), verlaten de les even (zonder te vragen) om drinken te halen, een koffietje ofzo, gaan naar de WC, komen terug, allemaal zonder bezwaar. Ik was er dus redelijk van aangedaan in het begin, zeker na op Augustinus te zitten (zoveel strenger). Maar nu verlaat ik zelf ook gewoon de les om wat water te halen. Als leerlingen geen zin hebben om naar school te gaan, wat heel vaak gebeurd, melden ze zich zelf ziek. (Ja dat gaat, vanaf 18 jaar). Bijvoorbeeld Ómar, de vriend van Katrín, was het eerste uurtje gekomen. Had geen zin meer in school, vroeg een papier bij het secretariaat schreef op 'ben ziek' en dat is officieel in orde. Wetende dat wij áltijd een ziekenbriefje moeten geven! Heel veel leerlingen komen niet naar toetsen. Daar wordt ook niet moeilijk over gedaan: of ze maken ze bij of een 0. De bal ligt in hun kamp, als ze slecht scoren of niet slagen is het "eigen schuld dikke bult". In België zijn ze veel meer bekommerd om je en willen de leerkrachten echt dat je slaagt. Maar als je hier goed je best doet, altijd opdaagt is het vanzelfsprekend dat ze dan ook meer om je geven.

Engels: De leerstof zelf is wel OK. Soms gemakkelijk, soms vrij pittig. Maar de toetsen hier zijn overdreven gemakkelijk. Niets tegenover wat ik gewoon ben.
Wiskunde: Énorm gemakkelijk. ax2+bx+c=0, zegt genoeg! Had laatst een toets gehad 28/30, waarvan mijn fout was dat ik niet verstond dat er ook een tabel bij moest (dat natuurlijk in het IJslands stond geschreven).
Photoshop: In het begin frustrerend, de gehele stappen staan uitgelegd in het IJslands, dus is niet altijd te verstaan. Maar ik sta voor op veel IJslandse leerlingen nu. De leerkracht komt vaker persoonlijk naar me toe en legt alles voor de duidelijkheid uit in het Engels. Ik heb zelfs al een dagje 'verlof' gekregen omdat ik te fel voorop stond.
IJslands 1: Dit is dé gekste klas ooit. 13 polen, 1 japanse, 2 filipijnen, 1 franse, 1 keniaanse, 1 hongaarse, 2 albanezen en ik, de belgische. Hier zitten inderdaad veel Polen. Ze wonen hier al 3 jaar ofzo, maar hun IJslands is nog niet zo goed. Vooral omdat ze alleen met de Polen omgaan en thuis Pools praten. We zitten dus verdeeld in groepjes 'de betere Polen en albanezen', de middelmaten, dan kom ik (we lezen nu een kinderboekje samen) en dan de nog een groepje lager (ja, ik ben ge-upgradet!) die nogal van de wereld zijn op gebied van IJslands. De lerares doet haar best om het zo fijn mogelijk te maken. Ze heeft een hulpje gekregen die met ons de kinderboekjes leest. Elke vrijdag is het 'cake-dag'. Om de beurt maakt er iemand een cake en dan zingen we samen een IJslands lied of spelen we IJslandse gezelschapsspelletjes. Ze hebben echt hun best gedaan om er wat fijns van te maken. In deze klas zitten nogal vreemde mensen, maar ik red me wel, haha.
IJslands 2: Hier zit ik alleen met 6 polen, de franse, japanse en de filipijn. Deze klas is wat rustiger. We praten over het weer, het uur enz. Maar ook hebben we al drie afleveringen gekeken van een IJslandse serie en één keer gingen we naar de stad zelf en losten we vraagjes op over een of andere grot.
Toneel: Dit is altijd een heel amusante klas. We doen veel improviserende dingen, soorten spelletjes, gewoon om minder verlegen te zijn. Dat is altijd wel heel leuk. Er zitten ook een paar echt toffe IJslanders in deze klas die veel met me praten en me zelfs al vroegen om bij hun te zitten in de lunchzaal. 16 oktober gaan we met z´n allen naar een toneelvoorstelling kijken in Reykjavík, echt leuk dus!

Wauw ok, nu genoeg over school.

Nu over de mensen hier. Er is me veel verteld voor ik hier kwam dat de mensen heel gesloten en verlegen zijn. Wel, het klopt niet helemaal, alleen maar een beetje. Het is minder erg als ik verwachtte. Ze gaan niet op je afkomen en zeggen ‘'heeey jij bent een uitwisselingsstudente, alles goed?’', dat doen ze niet (natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen). Ze zijn daar vrij bescheiden in. Vooral het eerste contact leggen vinden ze moeilijk, daarna zeggen ze altijd hey als je ze ziet. Wat dan wel gebeurt is dat ik soms eens wordt toegevoegd op Facebook en dat ik daar even praat en dan als je ze op school tegenkomt zeggen ze hey. Als je eenmaal iemand kent en een fijn praatje hebt geslaan, zijn ze open. Er werd me gezegd op voorhand altijd zelf te vragen 'mag ik meekomen' maar ze vragen me heel veel uit zichzelf mee. Twee jongens van toneel vroegen me om bij hun in de lunchzaal te zitten en als ik niet zou komen zouden ze me komen halen, haha. Dat deed ik dan ook. Dan gingen ze met een paar uiteten in de stad en vroegen ze me weer mee, dat voorstel sloeg ik natuurlijk niet af. Elke mogelijkheid om nieuwe mensen te leren kennen neem ik aan, om het zo te zeggen. Deze week kwam ik iets 'geks' te weten. Tijdens Engels hadden we het erover dat IJslandse jongens meisjes nooit op een date vragen. Mijn Engelse lerares is een Amerikaanse getrouwd met een IJslander. Ze zei dat hij haar nooit op een date vroeg, maar op een of andere manier haar altijd wist te vinden en ‘plots opdaagde’. Ze vroeg aan de jongens in de klas ''en wat als jullie een meisje fijn vinden?'' en Pálmi, een vriend van me, antwoordde dat hij dat dan niet zou vragen. Zo onromantisch/verlegen zijn de jongens hier dus! In België zijn ze natuurlijk ook niet overdreven maar een jongen zou wel aan een meisje vragen iets te drinken of naar de film te gaan, dat is hier dus een not done. Na een Engelse les bleef ik even met mijn lerares praten. Ik had haar verteld dat ik er nogal van verschoten was hoe hard de IJslandse school met de Belgische verschilt. Ze zei dat ze het jammer vinden dat de jongeren zich niet inzetten, met 4.6 ben je hier geslaagd en dan zijn er wel degelijk jongeren die juichen met zo een punt. Zo veel afwezig zijn, pas en onpas de les verlaten en ongeïnteresseerd in de les zitten vond ze ook erg onrespectvol, zoals ik dat ook vind.

De afgelopen weken heb ik vanalles wat gedaan. Met Katríns verjaardag gingen we eerst uiteten en daarna naar de film in Reykjavík. Vrij vergelijkbaar met België, behalve de POPCORN. Die is hier gezouten! Bah, of kaaspopcorn is er ook. Dus niet nog een beetje warm en gesuikerd zoals in Kinepolis of Euroscoop. De filmen zijn niet gedubd dus ik kon alles verstaan én tegelijkertijd probeerde ik ook de ondertiteling te volgen. Daarna gingen we naar een nieuwe ijsjeszaak 'yo-yo', dat is daar de hemel! Ten eerste is het volledige zelfbediening en betaal je op basis van gewicht. Dan kan je zelf alle soorten smaken ijs tappen (oreo ijs bv), alle soorten snoepjes, soorten chocolaatjes (bv. malthesers), nootjes en al dat ander gegritsel erop doen. Dan heb je ook nog eens fruit, warme/koude sauzen, slagroom, noem maar op, ze hebben het er! De ijsjeszaak was overbevolkt. Iedereen kwam even langs voor een ijsje te halen. Groot én klein. Families tot vriendengroepen, samen een ijsje eten is bijna een uitstap. Heel populair hier dus, maarja wat moet je ook in IJSland?


Ik ben ook naar de gym geweest, een groot fitnesscentrum. Ook zijn er zonnebanken die frequent gebruikt worden door jongens en meisjes.

Ik heb het huis van de president gezien, er was totaal geen bewaking, iedereen kan gewoon op zijn voortuin zitten en zelfs op het raam kloppen. Heel vreemd.

Ohja, ik ben nu ook bij een fotoclub. Toen ik naar het verjaardagsfeestje ging van Biljana (vriendin van op school) ontmoette ik er Guðbjörg. Zij studeert fotografie en via haar kwam ik te weten dat hier een fotoclub is. Ze komt me elke dinsdag om 20u ophalen. Het is heel erg leerrijk. Er zitten ook veel oudere mannen bij maar die kunnen me enorm veel bijleren. Er is een eigen studio daar waar we de vorige keer al een klein projectje hebben gehad met het fotograferen van zeepbellen. Ik ben enorm enthousiast hierover en ik kijk al uit naar de volgende bijeenkomst.



We gaan ook vaker even naar het zwembad relaxen in de hottub en dan terug naar huis. We gaan ook vaker bij amma thuis eten. Dan maakt ze vis met aardappeltjes bijvoorbeeld. Ik ben nog naar een verjaardagsfeestje geweest van Biljana.
Ook hebben we eens gezelschapspelletjes gespeeld met Anna (van Japan) en Loic (van Frankrijk) met hun zus en broer. Ik ga ook vaker wat doen met Sara, Viktoría en Katrín. Sara en Katrín zijn heel goede vriendinnen en Viktoría en ik zijn dat, ennn Sara en Viktoría kennen elkaar ook goed dus komt dat mooi uit. We kijken samen een film, gaan naar Reykjavík en eten wat ofzo, allemaal heel gezellig!

Laatst vroegen Ásgeir en Róbert me ook mee om gewoon even te gaan cruisen en een ijsje te eten. Heel normaal op een woensdag avond, dan zie je al de jongeren in auto´s door de hoofdstraat rijden.

Deze week heb ik een grote vooruitgang ‘gevoeld’ met de taal. Ik begin het al vrij goed te verstaan. Soms reageer ik mee als anderen praten en dan zijn ze altijd zo verwonderd dat ik het versta. Mijn IJslandse leraressen zijn heel enthousiast over me. Ze zeggen dat ik het juiste accent heb en heel snel de taal onder de knie heb. Eentje zei zelfs met zekerheid dat ik met Kerstmis al vlot IJslands kan spreken, ben benieuwd! Ik had een mondelinge test van IJslands. Ik was aan het oefenen en tijdens de middag ondervroegen vrienden me. Iedereen in de lunchzaal die bij me zat was zo enthousiast erover. Omdat als ze een buitenlander IJslands aanleren kunnen die er meestal niet zoveel van. Ook in mijn familie zijn ze allemaal zo trots op me. En vooral amma, we proberen altijd IJslands tegen elkaar te praten en ze reageert altijd zo enorm lief als ik iets juist uitspraak. Ohja, ik kan ook de Eyjafjallajökul zonder probleem uitspreken.Toen ik mijn eerste woordjes IJslands tegen Viktoría sprak moest ze zo fijn lachen en zei ze dat ze me schattig vind ‘’zoals een babytje leert praten’’ haha. Maar versta me niet verkeerd: ik moet nog veeeel leren.

Hier in de familie gaat nog altijd alles pri-ma. Ik noem Magnea ondertussen ook mamma. Ik kan nog steeds goed opschieten met Katrín, alles loopt echt gesmeerd. Ik probeer wel Katrín niet teveel bij ALLES te betrekken. Ze vraagt me bijna altijd naar alles mee, en dat is heel lief, maar dat hoeft ze natuurlijk niet te doen. Ze doet dat niet om te doen, weet ik wel, maar toch. Ik wil niet afhankelijk van haar zijn en wil mijn eigen vrienden maken. Hier thuis praten we heel veel. Over vanalles, we lachen veel en de sfeer is echt leuk. Ze zijn enorm relaxed, zoals veel IJslanders. Ik ben heel vrij hier. Er heersen niet echt regels. We zijn enorm vrij om te doen wat we willen, zoals bijna alle IJslandse jongeren. Maar mamma is wel enorm beschermend over me omdat ze een grote verantwoordelijk voelt. Wat natuurlijk niet meer als normaal is. Ze komt vaak gewoon ´ns bij me zitten en zeggen hoe fijn ze het vindt dat ik hier ben.

Ik ben ook op Six Week Camp geweest. Een weekend georganiseerd door AFS, na zes weken IJsland. Het was enorm leuk. De mede-AFS’ers zijn allemaal wel OK. De meesten zijn twee of één jaar jonger. En ik merk af en toe wel een groot leeftijdsverschil. Ze zijn een beetje kinderachtig. Toen ik een paar weken terug met een paar AFS’ers naar een Busaball ging waren ze zich enorm hard aan het uitleven op de muziek: door te springen. Springen, ja. Ik moest in mezelf wat lachen maar nam het hen niet kwalijk, maar dacht er natuurlijk wel het mijne van haha. Maar ik kan daar wel goed mee om en ze zijn natuurlijk stuk voor stuk leuk, maar echt veel afspreken met hen zou ik niet doen. Sommige AFS’ers in Reykjavík zijn echt constant samen. Ik denk ook niet dat dat goed is want dat neemt de kans weg dat je IJslandse mensen leert kennen. Ik vind het wel jammer dat we met zo’n kleine groep zijn. We zijn maar met 20 uitwisselingsstudenten. Dat is gehalveerd blijkbaar. We hebben tijdens het weekend vooral veel gepraat, over de verschillen, over vanalles. We moesten ook een brief naar ons zelf schrijven voor op het einde van het jaar. Dat vermengd met af en toe een groepsspel. Er waren ook IJslandse jongeren die net terug zijn van een jaar buitenland en die vrijwilliger wilden worden. We hadden ook een presentatie over ons eigen land gegeven. Ik samen met het meisje van Wallonië zoals je hieronder op de fotos kan zien. Op het einde bezochten we een chipsfabriek en kregen we allemaal een zak chips: iedereen blij!









Ik heb geprobeerd in mijn boekje te schrijven over de dingen die ik vreemd vind hier. Zodat ik het niet vergeet te vertellen.
Veiligheid: Voordat ik naar hier kwam werd me gezegd dat hier weinig criminaliteit is en dat klopt heel zeker! Hier heerst een zeer groot vertrouwen in elkaar. Kinderwagentjes staan buiten als de mama´s koffie drinken, kleine kinderen spelen overal.

Toen ik eens ging zwemmen waren er twee kleine meisjes van een jaar of 6-7 samen met mij zich aan het aankleden. Haartjes gekamd, rugzakje op de rug en ze liepen naar hun fiets. Allebei de helm op en ze fietsen naar huis. Ook nog oversteken zonder echt goed op te letten. Ik wou ze bijna achterna lopen en waarschuwen, haha. Of laatst was er een klein kindje van misschien 4 met haar broertje buiten aan het spelen: geen ouder te bekennen. Er werd me gezegd dat het ook komt omdat dit een eiland is en ze met zo weinig zijn. Als iemand een baby van iemand anders zou stelen zou het heel snel bekend geraken. Autos laten aanstaan wanneer je inkopen gaat doen is dus ook normaal of de auto gewoon niet sluiten. Enorm gek voor mij. Toen ik een van de eerste keren een ijsje ging halen met Ómar en Katrín ging ik om de paar minuten de auto checken of die nog steeds daar was.
Achternamen: Aangezien de achternaam hier niet echt een functie heeft, heeft iedereen een tweede naam. Voor diegene die het niet weten. De achternaam wordt gevormd met de naam van de vader. Ben je een dochter dan wordt dit ‘’dottír’’ ben je een zoon wordt het ‘’son’’. Ik ben dus Lucdottír want mijn papa heet Luc. En mijn broer zou dan Lucsson heten. De tweede naam is meer de naam voor ‘herkenning’ als je bijvoorbeeld in België twee keer een ‘Lien’ hebt, gebruik je de achternaam om hen te onderscheiden. Hier gebruiken ze de tweede naam, deze wordt ook gewoon gekozen zoals de eerste naam. Sommigen vernoemen de tweede naam naar een van de grootouders ofzo. Als ze dus je naam nodig hebben voor een of ander document wordt de tweede naam gebruikt in plaats van de achternaam (zeer officieel zijn natuurlijk alle namen). Daarom word ik ook heel vaak Eva Simone genoemd.
Geld: Nu weet ik waarom ze ons in België of Nederland altijd gierig noemen. Hier zijn ze totaal niét gierig. Als we met een paar vrienden wat gaan eten betaalt er af en toe gewoon één iemand, dat komt allemaal niet zo nauw. Niet zoals in België; snel al het kleingeld bij elkaar sprokkelen en het gepast op tafel leggen. Ook als ik met Katrín een ijsje ga halen ofzo betaalt zij soms gewoon voor mij en andersom. Ik betaal haar eens en andersom en dat is allemaal goed.
Visa-kaarten: Bijna niemand heeft hier cash-geld. Iedereen gebruikt hier een visakaart om alles mee te betalen. Op zo’n kaart staat geen code. Alleen een foto van de persoon op de achterkant, maar daar wordt zelden naar gekeken. Dus gewoon een broodje in Subway betekent visakaart geven, betalen en klaar is kees. Dus je zou denken als iemand anders iemands visa vindt, hij die gewoon zou kunnen gebruiken. Maar hier zijn ze niet zo ingesteld en zouden ze de visa gewoon teruggeven.
Op het gemak: Hier heerst totaal geen haast. Iedereen is heel positief en alles komt wel in orde. Dus ze komen ook vaak wat later aan. Vertrekken enorm laat op stap. Om 1u is er nog niet veel volk op stap. Het volk komt rustig aan rond half twee. Ook op gebied van eten. Als het eten warm is hebben ze niet zoiets van ‘’we moeten nu eten want anders wordt het koud’’, nee ze wachten even, doen wat ze nog moesten doen en denken er dan eens over om aan tafel te gaan.
Omgang met elkaar: Als iemand jarig is geven ze geen drie kussen. Dat is nieuw voor me, ik wou bijna iemand kussen voor haar verjaardag, maar dat staat dus blijkbaar niet. Als je een vriend of vriendin tegen kont, zeg je zelden eerst 'hallo', je begint gewoon direct te praten. Meestal beginnen ze dan met een funfact te vertellen ofzo.
En een weetje: mijn Duits is heel erg achteruitgegaan. Ik spreek dagelijks Engels en probeer IJslands te praten, Nederlands te denken en Frans te praten met de Franse uitwisselingsstudent. Een jongen uit mijn wiskunde klas vroeg of hij Duits met me mocht praten zodat hij kon oefenen, maar ik ben alles vergeten. Teveel Germaanse talen ineens vrees ik.

Ohja, ik ben meegevraagd door Sara naar haar zomerhuis, veel IJslanders hebben dat. Dicht bij geysirs en waar je Eyjafjallajökull kan zien. Ze heeft een grote trampoline en een hottub, dus daar kijk ik alvast naar uit!

Zo, ik weet het, dat was een hele boterham, ik had nogal vrij veel te vertellen. Sorry voor de tijdinname en hopelijk heb ik jullie wat kunnen boeien.

Tot het volgende blogbericht.
Knús
Eva