Hæ Belgía! Saknaru mín? / Hey Belgie! Missen jullie me?
Ég er búin að vera hálft ár á Íslandi, er það ekki skrítið? / Ik ben al een half jaar in IJsland, is dat niet vreemd?
Om te beginnen wil ik iedereen nog eens bedanken voor hun enthousiasme over mijn blog! Voor de onbekende bloglezers die me hebben aangesproken en natuurlijk de trouwe volgers. Dat is écht de moeite waard om een nieuw blogbericht te schrijven en er veel tijd in te steken. Blijkbaar zijn er ook veel anonieme bloglezers want de teller blijft maar stijgen... En een extra bedankje aan diegene die me kaartjes, brieven stuurden. Altijd fijn om een onverwacht briefje te vinden. Maar goed. Erið þið tilbúin? / Zijn jullie klaar?
Voordat ik begin een kleine ‘waarschuwing’; ik heb een licht voorgevoel dat dit blogbericht wel eens wat filosoferend/evaluerend uit de hoek kan komen. Wat niet vreemd is aangezien ik de laatste tijd ook uitzonderlijk veel nadacht. Ik denk dat ik in lange tijd nog nooit zoveel heb gefilosofeerd over het leven, mijn doel, de mensen die ik lief heb en vooral over mijn eigen persoon. Wat natuurlijk een belangrijk deel van het proces en de hele uitwisseling is.
Zoals me regelmatig gevraagd werd “Zo weinig daglicht, stoort je dat niet? Werkt dat niet depresserend?” Waarop ik altijd antwoordde: “Ik besef dat eigenlijk helemaal niet, daar geraak je gewoon aan hoor”. Feit... maar de gedachte die ik had, dat het geen invloed op me had; fout. Ook al besef je het niet en dénk je dat je je goed voelt, het heeft zéker en vast een invloed op je. Het maakt je zonder twijfel minder gelukkig. Dat besefte ik onlangs, 17 februari (dezelfde dag dat Belgie kampioen werd in regeringloos zijn). Ik wandelde terug van school en de zon scheen! Een week geleden was het hele land bedenkt met een witte sneeuwmantel en nu, de zon... Nog nooit maakte de zon me zo blij als die donderdagnamiddag. Gepaard met Bob Marley, rook ik ineens een frisse zeelucht, zag ik meer beweging op straat en hoorde ik sinds lange tijd wat vogels fluiten. Dat zijn van die kleine, alledaagse dingen. Maar als je ze eenmaal niet meer hebt, besef je daarna dubbel zo hard dat je zo zo apprecieert.
Ik ga eerlijk zijn, ik heb gewacht met een blogbericht te schrijven totdat ik me beter voelde. De afgelopen maand heb ik me niet zo geweldig gevoeld. Laten we zeggen, de éérste keer sinds lang veel minder. Misschien dachten sommigen onder jullie wel “wanneer gaat ze zich eens slecht voelen” en die gedachte had ik zelf ook. Ik had het gevoel dat ik me altijd té goed voelde, ik wou ook eens het gevoel hebben dat ik me minder voelde. Normaal gezien heb je meerdere ‘down-periodes’ in een uitwisseling. Dat doet me herinneren aan één van de AFS weekends, waar we een curve moesten maken. Zie deze foto:
Maar ik had er nog geen enkele gehad. Natuurlijk is dat voor iedereen anders. Sommigen hebben dat zelfs nooit. Maar dit kwam voor mij even heel hard aan. Vooral gedurende een periode van twee weken. Maar ik wou hier pas over schrijven als ik me beter voelde. Zodat ik terug positief in mijn schoenen sta om erover te kunnen praten. Want anders zou alles veel negatiever uitschijnen dan het uiteindelijk was. En nu kan ik met zekerheid zeggen dat ik gelukkiger dan ooit ben dat ik die periode heb meegemaakt. Ik zal het even uitleggen, niet dat ik jullie onnodig zorgen ga maken.
Alles begon precies de dag nadat ik mijn vorig blogbericht geschreven had. Zoals ik wel eerder had vermeld voelde ik me niet goed op het gebied van eten hier. Ik had een lang gesprek met mijn gastmama erover gehad. Ze deed vrij begrijpelijk op het moment zelf. Maar naderhand bleek dat ze dat eigenlijk meer als een belediging aanvoelde en had mijn gesprek een averechts effect gehad. Eén van de grote problemen was dat ik gewoon niet besefte dat het deel uitmaakte van een andere cultuur. Soms voelt in IJsland zijn niet aan als een geheel andere cultuur, vooral omdat iedereen en alles hier zo modern is. Het is nu eenmaal een feit dat onze eet-cultuur in Belgie erg lekker, vers én gevarieerd is. En als je dan iets krijgt wat minder is, is het gemakkelijker om dat af te breken. Het jammere vind ik dat ze in de supermarkt wel hoofdzakelijk over alles beschikken om een perfecte maaltijd te maken, maar ze gewoon niet het besef hebben hoe eraan te beginnen. Ze zijn niet zo creatief met eten, er is ook weinig invloed van andere landen hier op eetgebied. Maar om een verhaal kort te maken: ik ben volledig gestopt met hierover moeilijk te doen. Ik ben er teveel mee bezig geweest, alles eraan te doen om gezond/normaal te eten, maar uiteindelijk kan je het vergelijken als ik in Zuid-Afrika op uitwisseling zou geweest zijn en daar heel vreemd en ongevarieerd eten zou krijgen, dan zou ik dat ook gewoon eten. Dan mag ik blij zijn met de variatie die ik hier krijg. Zoals ik al zei, ik besefte niet dat er ook dingen konden ‘fout gaan’.
Maar dit was niet de hoofdreden dat ik me slecht voelde. Begin februari begon ik me wat minder te voelen. Dit zonder dat ik het zelf besefte. Ik zat meer op mijn kamer, spendeerde teveel tijd op de computer, deed niet uitzonderlijk veel moeite om dingen te ondernemen of mensen te zien. Voor mij voelde dat niet verkeerd aan, ik voelde me ook niet slecht, gewoon neutraal. Tot op een dag mijn gastmama mij best ‘direct’ aansprak. “Als jij niet praat over je gevoelens, dan praat ik daar ook niet meer over’’. Ik kwam helemaal uit de lucht gevallen, ik dacht ‘’wat zegt die nu zomaar ineens?” , waar kwam dat vandaan? Ik zei haar dat ik dat wel deed, maar dat er niets was om te vertellen... En daar lag het probleem, er was niets om te vertellen... Blijkbaar was het haar en Katrín al eerder opgevallen dat ik me niet meer zo goed voelde en enthousiast gedraagde als in het begin. En het vreemde van de hele situatie was dat ik zelf totaal niets besefte. Nog nooit maakte ik mee dat iemand mij moest ‘wakker schudden’ en zeggen “hey, jij voelt je niet goed”. Toen ik daarover begon na te denken besefte ik, “huh ja, ik voel me slecht...”. Slecht in de zin dat er een zekere passie ontbrak. Ik ben in IJsland, er zijn zoveel mogelijkheden. Sommige mensen denken ‘ja, als ik daar was zou ik al lang zoveel hebben gezien.’ Dat klopt, als toerist doe je dat ineens, in tien dagen ofzo. Maar als je als IJslander leeft met een familie, is dat helemaal niet zo vanzelfsprekend. Tegenover vele uitwisselingsstudenten heb ik al ‘veel’ gezien. Ik bedoel eerder gewoon, mezelf meevragen naar dingen, gaan wandelen, actiever zijn... Ik had daarna met mijn gastmama een gesprek en ze zei “Alles moet van jezelf komen. Als jij jezelf niet opent, gebeurt er ook niets. Je kan wel dingen willen, maar je moet het ook verwezenlijken!” Ze wou alleen het beste voor mij en dat gesprek gaf me goede moed. Ik ben een persoon die niet bij de pakken blijft zitten. Dus deed ik er dan ook meteen alles aan om me te herpakken. Dat werkte goed... Ik ging meer doen, praatte meer met mensen en werd vanzelf ook meegevraagd. Ik ga twee a drie keer zwemmen per week, wandel vaak en probeer in plaats van op de pc te zitten een boek te lezen of andere interessante dingen te doen. Net in deze periode dat ik me begon te herpakken, voelde mijn gastmama haar ineens niet goed. Haar vader was precies een jaar geleden gestorven, zij en haar vriend zijn uitelkaar, alles kwam een beetje samen. Ze deed ook veel minder lief tegen me dan ze altijd gewoon was. Ineens floepte ze er alles uit wat haar stoorde en dat kwam voor mij heel hard aan. Ik had op een gegeven moment écht het gevoel dat ze me hier precies allebei niet meer wilden. Mijn gastmama deed precies liever tegen Katrín en voelde ik me enorm buitengesloten. Als je met drie personen samenleeft, is dat letterlijk het ‘derde wiel van de wagen’ zijn. Ik trek me altijd alles heel snel aan en ik stopte niet met nadenken over wat de reden kon zijn. Ik kreeg ineens heimwee en heb me sommige momenten echt slecht gevoeld. Soms kon ik me zomaar ineens heel slecht voelen. Zonder aanleiding. Voor de eerste keer dacht ik “goh, nu zou ik liefst gewoon even thuis zijn”. Op zo’n momenten besefte ik ook meer dan ooit hoe zeer ik mijn ouders respecteer, hoe graag mijn familie en vrienden zie en dat ik geluk heb met het leven dat ik heb. Hier thuis liep ik op de tippen van mijn tenen, probeerde geen enkele fout te maken en álles goed te doen. Laten we niet zeggen uitsloven... Het huis opruimen, de was doen... Ik vermijdde de PC en brandde kaarsjes voor mijn gastmama voor haar vader enzovoort. Ik wou er zelf aan werken, ook al moest het op zo’n uitslovende manier. Stilletjesaan begon het weer normaal te verlopen. Ik denk dat iedereen even in een donkere periode zat. Ik denk dat we in een routine zaten, alles werd gewoon en zoals mijn mama, in Belgie zei, ik was geen gast meer. Maar ineens kwam de zon piepen en nu voelt het aan of we allemaal uit ons laat winterdipje komen. Nu, naderhand bekeken, ben ik énorm blij dat ik dit heb meegemaakt. Ik had dat nodig... Soms moet het even minder gaan om erna sterker uit te komen. Soms ben ik veel te fragiel en situaties als deze maken mij alleen maar sterker, meer dankbaar voor de simpele dingen in het leven en het opent je ogen. Ik werd geconfronteerd met mezelf en dat is de hardste confrontatie die er bestaat. Maar, geen nood, alles gaat weer tip top! Nu over naar het eigenlijke (positievere) blogbericht!
Ik heb vanalles wat gedaan. Heb ook niet van alles foto’s genomen aangezien het gewoon door de weekse dingen zijn.
Viktoria is erg lief voor me geweest. We gingen samen winkelen in de supermarkt, kochten lekkere dingen en kookten samen bij haar thuis. We aten een heerlijke maaltijd.
De solden waren in het land! Voor de eerste keer was het eens goedkoop om te winkelen in IJsland! Op het einde van de solden zetten de winkels rekken buiten met de laatste, spotgoedkope koopjes. Samen met Axel, Pálmi, Tómas en Sigfús ging ik naar de werkplek van Axels vader en daar speelden we wat pool met een biertje en praatten gezellig. Ze waren zo verwonderd dat ik me comfortabel bij hun voelde. De meeste IJslandse meisjes zijn heel erg verlegen en zouden een ander meisje willen hebben om hun niet ongemakkelijk te voelen. Maar aangezien ik Pálmi en Axel nu al vrij goed ken, had ik daar helemaal geen problemen mee. Ze zeggen altijd zo: “Eve, you’re one of the boys!!”. Haha ze noemen me altijd Eve omdat Axel me eens per ongeluk Eve ipv Eva noemde. In ieder geval heel aardige kerels. Rond 7 februari was er ‘snjókoma’ wat betekent ‘de komst van de sneeuw’: ein-de-lijk! Ik was al jaloers op Belgie. Alles zag er zo prachtig uit en het maakte me heel blij. Ik voelde me een klein kindje. Ik ging dan ook vaker een winterwandeling maken.
Ikzelf:
Mijn huis:
Tijdens een gewone wandeling, 5 minuutjes van mijn huis:
Mijn oom, Dofri, die de sneeuw wegruimt
Uitzicht vanuit de klas:
Twee keer per week ga ik samen met Guðbjörg en soms Selma naar hot yoga. Dit is yoga in een benauwde ruimte. Zeker een aanrader! Ik ga nu ook veel vaker zwemmen. Zo heerlijk, alles verwarmd, een echte hemel. Relaxen in de hot tub wanneer dan ook. Als de maan schijnt en het hagelt of gewoon na school als de zon op me straalt. Ook in de sauna kan ik uren blijven zitten. Af en toe eens een spontaan gesprekje met een schattig omaatje of een uitzonderlijk spontane IJslander. Zoals mijn gastmama zei, als je jezelf opent, komt de rest vanzelf. Soms ga ik wat cruisen met Guðbjörg, dan halen we een ijsje in de drive in en eten het op aan de haven. Ik werd ook meegevraagd door Alexandra en Tinna om te cruisen, waarop ik natuurlijk positief antwoordde. Ik sla geen enkel voorstel af. Andri, een jongen die in het schoolbestuur zit, laat me altijd een beetje wat er zoal gebeurt op school. Hij vroeg me mee naar Gettu Betur, wat een scholencompetitie is die live wordt uitgezonden op de radio. Samen met Bjarki en Ingimundur gingen we naar de nationale televisieomroep in Reykjavík. Waar natuurlijk totaal geen beveiliging was en we gewoon konden binnenlopen. Wetende dat je bij de VRT je naam op de lijst moet hebben. Daar aangekomen zaten er nog andere jongens van de school; ik was het enigste meisje. Toen voelde ik me wel wat ongemakkelijk aangezien er ineens heel veel jongens waren die ik nauwelijks kende. Daarna aten we in American Style, gingen we even naar het appartement van Andri’s broer in Reykjavík en gingen daarna naar True Grit kijken. Gewoon gezellig, niet al te spectaculair maar fijn.
In het weekend van 11 februari gingen we nog eens naar de Blue Lagoon. Lynn, een Amerikaanse vrienden van mijn gastmama, trakteerde ons. In de Blue Lagoon vind je zelden IJslanders. Alleen de toeristen vind je hier. Ikzelf voel me helemaal geen toerist meer. Ik moet soms wel wat glimlachen als ik ze bezig zie. In de kleedkamers ontmoette een moeder en dochter die van Nederland kwamen. Vreemd om ineens Nederlands te spreken en zij leken precies ook vreemdelingen voor mij.Hrefna, een kennis van Katrín werkt daar, ze geeft ons altijd gratis drank! Ze vertelde ons grappige vragen die ze kreeg van toeristen.
Dat weekend ging ik ook naar Reykjavík. Voor de eerste keer nam ik de bus naar Reykjavík. Dat kostte 7 euro (heen). Ik stapte af in Gardabær waar Abby, een Amerikaanse van Rotary, woont. Abby en Kylie (een ander meisje van VS) pikten me op. Normaal gezien zouden we met uitwisselingsstudenten van AFS en Rotary samen uitgaan om Alice’s, een Italiaanse, haar verjaardag te vieren. Maar Alice was ziek. Dus besloten we met z’n allen om haar thuis te bezoeken. Voordat we naar Alice’s thuis gingen namen we dus bus naar Reykjavík en dronken we een lekkere swiss moca in café Paris. Ik kocht een Luikse wafel onderweg en daarna gingen we door naar Alice. Ze was enorm verrast. Ze lag in bed en zag er erg ziek uit. Haar familie had ‘þorrablót’. Dit is een typische IJslandse , traditionele gewoonte. Het wordt in februari gehouden. Men komt samen met een groep mensen: of familie en vrienden of een sportclub etc. Omschreven door de IJslandse jeugd als “You just come together and eat the old, disgusting Icelandic food”. Toen ik Alice’s huis binnentrad viel de ‘stank’ me direct op. Ze hadden duidelijk al langer zitten tafelen, aangezien we pas om 00u00 aankwamen. Lege Viking bier blikken op tafel en iedereen had dikke lol. Eén iemand speelde piano en de rest zong uit volle borst en zelfs een koppel danste. Heel erg grappig om dit te bekijken. Jammer dat ik dit niet heb meegemaakt in mijn familie. Ze zijn niet echt traditioneel. Maar ik had het geluk om dit te mee te maken in Alice’s gezin. Haar mama bracht wat gedroogde vis (heel populair, ook doorheen het jaar) met boter en er stond een potje met haaienvlees op tafel. Ik wou het absoluut proberen. Natuurlijk! Wel, disgusting indeed. Écht niet lekker. In het begin valt het mee maar daarna wordt het taai en zuur. Bah! En de geur is ook niet echt te pruimen. Maar ik probeerde het, dat is het belangrijkste! We aten samen cake en praatten met de andere studenten.
Een glimp van de feestvreugde tijdens þorrablót:
Gedroogde vis met boter (stinkt enorm, maar lekker):
Haaienvlees proberen samen met Phil (Duitsland), Alexandra (Frankrijk) en Lara (Wallonie)
Afspraak voor Alice's huis:
Café Paris met Malin van Duitsland:
Abby woont in een énorm groot en modern huis. Zondagmiddag gingen Abby, Kylie, Laura (van Italie) en ik naar Smáralind (het shoppingcentrum), gewoon wat rondhangen. Kijken naar al de kleren van de nieuwe collectie die we niet konden kopen, wat eten en en gewoon wat kuieren. Iets wat veel mensen doen in het shoppingcentrum. Alle shoppingcentrums hebben ook hun eigen bioscoop.
Af en toe wandel ik naar amma, ik ben altijd blij als ze vis klaar heeft. Dat maakt ze zo lekker.
Wanneer het eindelijk mooi weer werd, 17 februari, ben ik met Guðbjörg foto’s gaan maken in Reykjanesbær, de omgeving waar ik woon.
Klaar om te cruisen!:
Zo wordt de vis gedroogd:
We bezochten de Reykjanes klettar kortbij warme water bronnen. Ik vond het een heerlijk gevoel om eindelijk mijn zonnebril op te kunnen zetten. Ik was in mijn nopjes!
Daarna gingen we naar Reykjavík samen met haar vriendje, Goggi en een vriendin van Guðbjörg uit Reykjavík. We gingen naar Smáralind en aten een hamburger en daarna gingen we naar de film Just Go With It. Op de terug weg scheen de maan ZO mooi en helder!
Recent had ik weer een heel fijn gesprek met mijn gastmama. Dat deed me zo goed, zodat ik weet dat ze me nog steeds graag heeft. Dan knuffelen we vaker en zegt ze tegen me dat ze van me houdt. We kregen samen het gekke idee om een avondwandeling te maken en daarna een ijsje te gaan halen. Katrín kwam ook mee en daarna gingen we amma verrassen met een ijsje.
Op school gaat het ook nog goed. Het jammere van de school is wel dat er totaal geen groepssfeer hangt. Iedereen is een beetje op zichzelf, geen klassen systeem, geen vaste leeftijden, iedereen heeft heel gevarieerde uren. Tijdens springuren zit ik vaker in de bib om wat te leren. IJslands bijvoorbeeld of laatst leerde ik voor mezelf uit het boek ‘General Knowledge’. Ik ben soms een beetje bang dat ik het leren ga verleren voor volgend jaar. Dus probeer ik vanalles wat, ik heb toch tijd zat om boeken te lezen en me in andere dingen te verdiepen.
Kleren maken: ik heb mijn zelfgemaakte blouse af! Ik weet nu volledig hoe ik de naaimachine moet besturen en het klaar te maken. Heel erg leerrijk dus. Gelukkig hebben we in Belgie ook een naaimachine, erg handig!
IJslandse les 1: We moeten een powerpoint maken voor toeristen die we zogezegd moeten rondleiden doorheen IJsland. We moeten dus informatie opzoeken over waar, wanneer en hoe we ze gidsen. Aan de hand van brochures en internetwerk. Handig voor mij, zo hou ik me onrechtsstreeks bezig met de mogelijkheden die ik heb om te doen in de zomer.
IJslandse les 2: We zijn bezig met ‘menningu og þú’ wat ‘cultuur en jij’ betekent. We zijn verdeeld in groepen. Ik zit in de talengroep en zo moeten we over onze eigen taal een poster maken. Allemaal erg interessant dus. Voor de rest zijn we, eindelijk!, bezig met de ontleding van het Ijslands. Zoals jullie weten of niet heeft IJslands naamvallen zoals Latijn en Duits. ‘van Eva’ wordt bijvoorbeeld ‘frá Evu’. Door mijn achtergrond van Latijn en Duits is dit gemakkelijker om te leren. We hadden laatst een toets waar we al de naamvallen en geslachten moesten onderscheiden. Soms kan ik me wel ergeren aan de mensen in de klas. Sommigen zijn echt gewoon precies van de wereld! Er is een enorm groot verschil in niveau in deze klas. De vragen die soms gesteld worden zijn soms echt lachwekkend. Ik kan het wel goed vinden met de buitelanders, maar het zijn totaal geen mensen waar ik in mijn vrije tijd mee zou optrekken. Hier een foto van een paar leerlingen uit deze klas:
Vivian, Loic (AFS-Frankrijk), Parham (Iran) en Vivian (Kenia)
Sociologie: hier versta ik niks van. Ik vraag me soms af wat ik in die klas doe. Alleen Viktoria maakt het interessant als we fijne gesprekken hebben. Maar ik wil haar natuurlijk niet afhouden van de les.
Engels: Heb laatst mijn eigen paper afgemaakt over Schotland. Leerrijk en handig, veel begrijpend lezen en in eigen woorden alles samenvatten. Goed voor volgend jaar. Sinds ik hier ben, is mijn Engels zoveel meer vooruit gegaan.
Sport: Elke woensdag 24 baantjes trekken. Daarna blijf ik wat praten in de hot tub met medestudenten. Als het weer wat beter is mag ik ook joggen.
Filmgeschiedenis: Nét wat ik nodig had. Ik sta enorm achter met het kijken van bepaalde films. Ik heb dan ook bepaalde ‘klassiekers’ nooit gezien. Eindelijk zag ik Citizen Kane bijvoorbeeld. We moeten er dan ook een uitgebreid essay over schrijven. Wat betekent dat we ons moeten verdiepen in de techniek en achterliggende boodschap van de film. Wat wel interessant is voor mijn studies naar volgend jaar toe.
Excuses voor alles een beetje af te ratelen op het einde. Ik wou het niet te lang maken. Nog twee maanden school en dan twee maanden vakantie. Die ik vast en zeker goed ga volplannen. Jullie horen nog van me.
Heyrumst, sjáumst, bless-bless, bæ, bæjó!
Elska ykkur.
Eva